“Easily the most talented young acoustic bluesman to come along in many, many years “Blind Boy Paxton carries the torch for traditional acoustic blues,” aldus New York Times recensent Ben Ratliff. Jerron ‘Blind Boy’ Paxton is dan ook een fenomeen. Hoewel hij nog altijd maar 28 is, klinkt hij alsof hij recht uit de jaren ’20 komt, de gouden periode van de akoestische blues. ‘Blind Boy’ is een verwijzing naar zijn held Blind Lemon Jefferson en er hangt de nodige Dylaneske mysterie rond zijn persoon. Ja, hij is Joods en Afro-Amerikaans. Hij bezingt graag de koshere keuken. Ja, hij heeft twee oog ziekten gehad waardoor hij blind is geworden, maar dat wil niet zeggen dat hij niets ziet. En hij groeide op in het moderne Los Angeles. Zijn grootouders verhuisden er 50 jaar geleden naartoe vanuit blueshart Louisiana, dat rijk aan katoenplantages was. ‘Ik ben één generatie verwijderd van de katoenvelden,’ aldus Paxton.
Maar bovenal is Jerron Paxton een rasmuzikant die terecht op de covers van Living Blues Magazine en the Village Voice stond. Hij is ook één van de sleutelfiguren in American Epic, de documentairereeks over de eerste opnames van de Amerikaanse rootsmuziek. Paxton zingt, speelt banjo, gitaar, viool, piano, harmonica, cajun accordeon en bones (percussie) en schaamt zich niet de foortruken van de betere straatmuzikant van stal te halen in combinatie met humor, pittige verhalen, maar vooral veel muzikaal gevoel. Volgens the Wall Street Journal is Paxton “virtually the only music-maker of his generation—playing guitar, banjo, piano and violin, among other implements—to fully assimilate the blues idiom of the 1920s and ‘30s.”