Na afloop van het concert stond hij alleen met een flesje cola in de hand, zodat ik naar hem toe durfde te lopen om een afspraak te maken. Ali Farka Touré, die net in Amerika een Grammy-award heeft gekregen voor de plaat die hij maakte met Ry Cooder, was er ook. Later zag ik hen samen naar buiten lopen. Farka droeg zijn gitaar – een teken van respect voor zijn oudere collega” (schrijfster Lieve Joris in “Mali Blues”)
“Als het maximum 5 is dan geef ik hem een 10”, zei zijn landgenoot Ali Farka Touré dan ook ooit over hem. Moest hij Boubacars laatste album Dounia Tabolo kunnen beluisteren, zou Ali Farka ongetwijfeld even enthousiast zijn. Als geen ander legt Boubacar Traore de link tussen de Afro-Amerikaanse blues en de Malinese rootsmuziek in samenwerking met een keur aan artiesten uit de het zuiden van de VS zoals Cedric Watson, Corey Harris, Leyla McCalla. Zijn geraffineerde getokkel en gepluk en zijn zonnige-melancholische zang dwingt tot stilzwijgen en meedeinen. Motor achter de melodielijnen is het aanstekelijke khassonké-ritme van de kalebas die bespeeld wordt door Babah Koné. Vincent Bucher voegt er gevoelige mondharmonica-lijnen aan toe. Een geweldige kans om deze Malinese legende nog eens aan het werk te zien
- Boubacar Traore: gitaar, zang
- Babah Koné: kalebas
- Vincent Bucher: mondharmonica