Vanuit hun dorpje aan de voet van het Montalbo-gebergte in Noord-Oostelijk Sardinië, emigreerden deze vier Sardische zangers naar het Belgisch-Limburgse Genk. De leden van de groep zongen altijd al voor familie en vrienden, maar officieel werd de groep opgericht in het kader van het muziektheaterproject ‘Muntagna Nera’ en zet de polyfonische a capella traditie op indringend karakteristieke wijze voort. Maar al komt Monte Arvu voort uit het christelijke (overigens katholieke) Sardinië, haar liedteksten zijn niet religieus geïnspireerd. Eerder getuigen deze Sardijnen van liefde voor hun geboortegrond en verwanten. Bij Monte Arvu krijgt dat een weemoedige dimensie. Hun repertoire omvat niet alleen de typische Sardische herderspolyfonie met gutturale stemtechnieken, de “Canto a Tenore”, maar ook “zang met gitaar” en de mooiste traditionele volksliederen van Sardinië.

Talike Gelle is een componiste, zangeres, vertelster en percussioniste afkomstig van het dorpje Ifotake in het Zuiden van Madagascar. Op 13-jarige leeftijd componeerde ze haar eigen repertoire en vormde haar eerste band. Talike is sinds 1997 de frontvrouw van het trio Tiharea, gespecialiseerd in polyfone zang in het Antandroy, de taal van Zuid Madagascar. Daarnaast vormt ze sinds 2011 Talilema, een duo met valahi-speler Kilema. Ze is een geëngageerde artieste die ook deel uitmaakt van Blindnote, een groep die de ngo ‘Licht voor de Wereld’ steunt en concerten in het donker houdt. Naast eigen composities, maakt ze ook interpretaties van andere liedjes en speelt met de diversiteit aan ritmes en talen. De liefde, het gemeenschapsleven, verdraagzaamheid en respect, zijn voor haar belangrijke thema’s; haar levensvreugde en goede humeur werken aanstekelijk.

Ook Anu komt voort uit een muzikale familie. Ze leerde op haar zeven jaar piano spelen en enkele jaren later ook fluit. Door het spelen van saxofoon, kreeg ze de smaak van jazz te pakken. Ze nam deel aan zomerstages en studeerde klassieke muziek aan het conservatorium van Lahti in Finland. Daarna belandde ze in België en ontdekte de stem van David Linx en volgde lessen bij David, Diederick Wissels, Kris Defoort, Jeroen Van Herzeele en anderen van het koninklijk conservatorium van Brussel. In 2004 ontving ze haar diploma en verkreeg de graad van leraar. Daarnaast volgde ze ook lessen en masterklassen bij Deborah Brown, Mark Murphy, Bobby Mc Ferrin, Fay Claassen en Lydia Van Dam. Sinds enkele jaren geeft zelf ze workshops traditionele –Finse en andere- zang in België.

Gramoz, zijn broer Ylber en zoon Brihans Gjini maken deel uit van een talentvolle muzikale familie. Vader Gramoz was in zijn geboorteland Albanië één van de solisten van het succesvolle Ensemble Tirana, waarmee hij heel Europa heeft doorkruist. Hun intentie was het rijke en ten onrechte onbekende repertoire van de Albanese polyfonie uit verschillende regio’s nieuw leven in te blazen. In België zong hij tot voor kort echter enkel nog in familieverband. Zijn zoon Brihans kreeg de Albanese muziek met de paplepel ingegoten, maar is tegelijkertijd ook actief in andere muziekgenres. In 2011 stootte hij door tot de 3de ronde van de populaire talentenjacht Idool. Ylber Gjini woont nog steeds in Albanië en heeft er met zijn impressionante stemgeluid een internationale zangcarrière uitgebouwd.

Raphaël De Cock is multi-instrumentalist en zanger van traditionele zangstijlen. Hij is in verschillende muzikale projecten betrokken, zowel Belgisch als internationaal. Hij is mede-oprichter van de groep Griff (samen met Remi Decker), waarin hij zingt en verschillende soorten doedelzakken en fluiten speelt. In 2009 speelde hij in het duo Nadisuna met Vladiswar Nadishana. Hij zingt en speelt gaita (Galicische doedelzak) in de Galicische groepen Néboa en A contrabanda. Hij neemt deel aan een Iers-Scandinavisch project onder de naam Northern Lights. Hij speelt de citer van Siberië en beheerst de keelzang en zang uit Sardinië, tradities waarin hij zich jarenlang verdiept heeft. Hij geeft ook regelmatig zeer populaire workshops zang in Brussel.